Betekenis van:
plak

plak (de ~ | meervoud plakken)
Zelfstandig naamwoord
  • medaille; medaille
"een gouden/zilveren/bronzen plak"

Synoniemen

Hyperoniemen

plak (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • aanslag op de tanden; aanslag op tanden en kiezen; aanslag op de tanden

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Plak de doorsnede met een stukje koolstofkleefband of koolstoflijm zorgvuldig op een REM-stub.
  2. bloem-, plak- en knuppelwalserijen indien deze halffabrikaten niet continu worden gegoten en onder code 4050 worden vermeld.
  3. Plak op beide lange zijden een strook plakband (280 × 6 × 0,25 mm) als afstandshouder (zie figuur 1)
  4. Wanneer een verpakt product in plakken wordt gesneden, wordt het respectieve monster van meer dan een plak van het product genomen.