Betekenis van:
plegen
plegen
Werkwoord
- een gewoonlijk verboden handeling uitvoeren
"Hij pleegde een dubbele moord."
plegen
Werkwoord
- gewoon zijn, vaak doen
"Hij placht iedere week naar de schouwburg te gaan."
plegen
Werkwoord
- (iets kwaads, nadeligs) doen
"een moord plegen"
"zelfmoord plegen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Hij probeerde zelfmoord te plegen.
- Ze probeert zelfmoord te plegen.
- Hij probeert zelfmoord te plegen.
- Ik zou ongelukkig zijn, maar ik zou geen zelfmoord plegen.
- Ik wil een telefoontje plegen, maar ik heb geen kleingeld.
- Hij probeerde zelfmoord te plegen, omdat hij haar liefde verloren had.
- Zij plegen hieromtrent overleg met de Commissie.
- Strafbare feiten in verband met het plegen van zelfmoord
- De betrokken voorzitterschappen plegen overleg over de praktische regelingen.
- het publiekelijk uitlokken van het plegen van terroristische misdrijven;
- Daarbij plegen zij overleg met de erkende onderzoeksinstellingen;
- Voorkomen van het financieren en plegen van terreuraanslagen.
- Waar van toepassing, plegen de transportnetbeheerders overleg met naburige transportnetbeheerders.
- Publiekelijk uitlokken van het plegen van een terroristisch misdrijf
- De bank zal zodanige investeringen in deze ondernemingen plegen als nodig is voor deze activiteiten.