Betekenis van:
poetsen

poetsen
Werkwoord
  • door middel van wrijven zaken schoner maken
"Hij zou de wieldoppen nog poetsen, want die waren behoorlijk smerig."
poetsen
Werkwoord
  • reinigen
"je schoenen poetsen"
"je tanden poetsen"

Synoniemen

Hyperoniemen

poets (de ~ | meervoud poetsen)
Zelfstandig naamwoord
  • grappige daad of zaak; streek; iets amusants
"iemand een poets bakken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik moet mijn tanden poetsen.
  2. Je moet minstens twee keer per dag je tanden poetsen.
  3. Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
  4. Producten voor schoonmaken en poetsen
  5. Alle zwemvogels zijn hoofdzakelijk aangepast aan de voortbeweging en het voedselzoeken in het water, dat ook een belangrijke rol speelt bij „comfortgedrag” zoals baden en poetsen van het verenkleed.
  6. bezorgdheid omtrent irritatie van de ogen en de ademhalingswegen door de herhaalde blootstelling aan dampen, algehele systemische toxiciteit door de blootstelling bij herhaalde inademing en blootstelling van de huid ten gevolge van verfspuiten en het poetsen van auto's.
  7. Omvat niet: autoradio’s, afzonderlijk van de auto verkocht (1.14); kinderzitjes voor auto’s (1.27); producten die niet specifiek bestemd zijn voor het reinigen of onderhouden van voertuigen, zoals gedistilleerd water, sponzen, zemen, wasmiddelen enz. (1.28); de montage van onderdelen en toebehoren, wassen en poetsen van de carrosserie (2.9).