Betekenis van:
politicus
politicus
Zelfstandig naamwoord
- iemand die zich beroepsmatig met politiek bezighoudt
"Deze politicus hoeft zich geen al te grote zorgen te maken over de volgende verkiezingen."
politicus (de ~ | meervoud politici)
Zelfstandig naamwoord
- tactisch iemand; bedenker van goede strategieën; slim of berekend persoon
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
politicus (de ~ | meervoud politici)
Zelfstandig naamwoord
- staatsman, deelnemer aan het politieke leven
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- De politie trof de politicus dood aan in zijn kamer.