Betekenis van:
politiek
politiek (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- geheel van beginselen en regels van bestuur
"Europese politiek"
"buitenlandse politiek"
Synoniemen
Hyperoniemen
politiek
Zelfstandig naamwoord
- datgene dat gerelateerd is aan het besturen van een land
"Ik heb geen vertrouwen meer in de politiek."
politiek (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- wijze van behandeling van een zaak met betrekking tot de gevolgde of te volgen beginselen of gedragslijn
"de politiek inzake [de huisvesting van asielzoekers]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
politiek
Bijvoeglijk naamwoord
- te maken hebbend met politiek
"een politieke partij"
"politiek asiel"
politiek
Bijvoeglijk naamwoord
- betreffende de politiek
"Sinn Fein is de politieke vleugel van de IRA."
politiek
Bijvoeglijk naamwoord
- op een weloverwogen, tactische manier.
"een politiek antwoord"
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ik haat politiek
- Italianen praten zelden over politiek.
- Mary is geïnteresseerd in politiek.
- Hij verloor de belangstelling voor politiek.
- Wat is de relatie tussen politiek en oorlog?
- De jeugd in ons land heeft geen interesse in de politiek.
- Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.
- politiek gevangene
- Politiek gevangene
- politiek vervolgde
- Politiek kader voor steunverlening
- Politiek toezicht en rapportage
- Politiek toezicht en rapportageregelingen
- Politiek prominente personen
- HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,