Betekenis van:
polsen
polsen
Werkwoord
- voorzichtig uitzoeken
"de bondgenoten polsen over militair ingrijpen"
"iemand polsen naar zijn standpunt/mening/interesse"
Hyperoniemen
polsen
Werkwoord
- iemand vragen naar zijn mening, interesse voor iets
"Voor de functie van voorzitter polste de gemeente de oud-politicus."
pols (de ~ | meervoud polsen)
Zelfstandig naamwoord
- gewricht tussen hand en onderarm; gewricht tussen hand en onderarm
"iets uit de losse pols doen"
"de vinger aan de pols houden"