Betekenis van:
poos
poos
Zelfstandig naamwoord
- tijdsinterval.
"Hij moest een poos wachten voordat de bus aankwam."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De vooraf bepaalde doorstromingsdruk wordt gedurende een korte poos constant gehouden totdat van de instrumenten stabiele waarden kunnen worden afgelezen.