Betekenis van:
post
post (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- brieven/pakjes die bezorgd worden
"post bezorgen"
"post ontvangen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
post (de ~ | meervoud posten)
Zelfstandig naamwoord
- onderdeel v.e. begroting
"een post voor [onvoorziene uitgaven]"
"transitorische posten"
Hyperoniemen
Hyponiemen
post (de ~ | meervoud posten)
Zelfstandig naamwoord
- plaats waar iem. op wacht gesteld is
"(ergens) post vatten"
"op je post (zijn/blijven)"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
post
Zelfstandig naamwoord
- bedrag in boekhouding
"Als je die posten optelt kom je aan het totaal"
Hyperoniemen
Hyponiemen
post (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- bedrijf voor postdiensten; dienst v.d. PTT die post bezorgt; dienst die brieven en pakjes bezorgt
"iets naar de post brengen"
"per post"
Synoniemen
Hyperoniemen
post
Zelfstandig naamwoord
- toegezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken
post
Zelfstandig naamwoord
- de posterijen en hun werknemers
post
Zelfstandig naamwoord
- een boekhoudkundige term voor een geboekt (aantal) bedrag(en), uren of andere administratieve eenheden
post
Zelfstandig naamwoord
- de stijl / het kader van een deur of raam
post
Zelfstandig naamwoord
- een station
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Alsjeblieft denk eraan dat je deze brief post.
- Vergeet niet de brief op de post te doen.
- De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was.
- Post
- Post
- Post Mongnaung
- Variabele/post
- elektronische post;
- Post Pyinmana
- Post Aungban
- Post-mortemkeuring
- Per post
- Post Khamaukgyi
- Post Aungban
- Post Taikkyi