Betekenis van:
prachtig

prachtig
Bijvoeglijk naamwoord
  • bijzonder mooi
"Hij maakte de prachtigste tekeningen."
prachtig
Bijvoeglijk naamwoord
  • glansrijk; schitterend; heel mooi; prachtig mooi; heel mooi; erg spannend of mooi; prachtig; erg mooi
"iets prachtig vinden"
"een prachtig uitzicht"

Synoniemen

prachtig
Bijwoord
  • op prachtige wijze
"Zij heeft die aria prachtig gezongen."

Voorbeeldzinnen

  1. Het leven is prachtig!
  2. Wat een prachtig weer.
  3. Meid, wat heb je toch prachtig haar.
  4. De zon aan de horizon is prachtig.
  5. Zwitserland is een prachtig land, dat een bezoek verdient.
  6. Je ziet er prachtig uit!
  7. Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.