Betekenis van:
priester
priester
Zelfstandig naamwoord
- iemand die de religieuze (offer) rituelen verzorgt
"De priesters van Amon waren bijzonder machtig in het Egypte van de 21ste dynastie."
priester (de ~ | meervoud priesters)
Zelfstandig naamwoord
- dienares in een eredienst; geestelijke v.d. rooms-katholieke kerk
"iemand tot priester wijden"
"de kerk staat vooralsnog afwijzend tegenover getrouwde en vrouwelijke priesters"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
priester (de ~ | meervoud priesters)
Zelfstandig naamwoord
- iemand in een zwart kostuum; dienaar in een eredienst
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Tom is een priester.
- Je bent priester voor altijd
- Ik geef het op. Wat hebben een Ierse priester en een Congoleese medicijnman gemeen?