Betekenis van:
prikken
prikken
Werkwoord
- een prik of steek toedienen, met een dun voorwerp doorboren
prikken
Werkwoord
- een injectie geven
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
prik (de ~ | meervoud prikken)
Zelfstandig naamwoord
- injectie
"een prik krijgen"
"een prik halen (bij de dokter)"
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Prikken n.e.g
- Zij mogen geen punten of uitstekende oppervlakken hebben die het gevaar van prikken opleveren.
- Het product mag geen punten of uitstekende oppervlakken hebben die het gevaar van prikken opleveren.
- Scherpe instrumenten: voor de uitoefening van bepaalde medische handelingen benodigde voorwerpen of instrumenten die kunnen snijden of prikken en verwondingen en/of infecties kunnen veroorzaken.
- Om verwonding door prikken, snijden, inklemmen of afknellen of ander lichamelijk letsel te voorkomen, moeten aanraakbare randen afgerond of afgeschuind zijn en mogen de vergrendelingen geen punten of uitstekende oppervlakken vertonen.
- De fabricage omvat nog steeds dezelfde procedés als vroeger: uitlekken van de wrongel, in een vorm plaatsen, tweemaal handmatig zouten met droog, grof zout waarbij de kaas diverse malen wordt omgedraaid, vervolgens prikken van het zuivel met lange naalden waardoor er lucht bijkomt die maakt dat de Penicillium glaucum zich kan ontwikkelen.