Betekenis van:
proteïne

proteïne
Zelfstandig naamwoord
  • eiwit (2)
proteïne (de/het ~ | meervoud proteïnen, proteïnes)
Zelfstandig naamwoord
  • proteïne, een belangrijke voedingsstof die in alle planten en dieren voorkomt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Proteïne- en vezelbronnen
  2. van geharde proteïne
  3. Kunstdarmen van geharde proteïne of van cellulosekunststof
  4. kunstdarmen van geharde proteïne of van cellulosekunststof
  5. andere, met een gehalte aan proteïne (stikstofgehalte × 6,38)
  6. andere, met een gehalte aan proteïne (stikstofgehalte × 6,38)
  7. zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen en met een gehalte aan proteïne (stikstofgehalte × 6,38)
  8. Het product heeft een water/proteïne-verhouding van minder dan 1,7.”;
  9. Proteïne, chemisch gemodificeerd door carboxylering en/of ftaalzuur-additie, met een molecuulgewicht van 100000 tot 300000
  10. zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen en met een gehalte aan proteïne (stikstofgehalte × 6,38)
  11. Weiproteïne isolaten, in poedervorm, bevattende meer dan 90 % proteïne, berekend op de droge stof.
  12. CPA 22.21.21: Kunstdarmen van geharde proteïne of van cellulosekunststof; stijve buizen en slangen, van kunststof
  13. Recombinant VP7 proteïne is gebruikt als antigeen voor de bepaling van antilichamen tegen AHSV met een hoge gevoeligheid en specificiteit.
  14. Proteïne, chemisch gemodificeerd door carboxylering en/of ftaalzuur-additie, met een molecuulgewicht van 1000 00 tot 3000 00
  15. Het product is gedurende ten minste vier weken gerijpt met een water/proteïne-verhouding van minder dan 1,7.