Betekenis van:
punctueel
punctueel
Bijvoeglijk naamwoord
- zorgvuldig; nauwkeurig; stipt, nauwgezet; nauwkeurig; nauwgezet; punctueel; nauwgezet; nauwgezet; stipt; zorgvuldig
"je afspraken punctueel nakomen"
"een punctuele medewerker"
Synoniemen
- consciëntieus
- nauwgezet
- scrupuleus
- secuur
- stipt
- accuraat
- nauwkeurig
- prompt
- precies
- tekstgetrouw
- hifi
- onverdund
- trouw
Hyperoniemen
punctueel
Bijvoeglijk naamwoord
- op tijd; vroeg
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- De treindienstleiding moet zorgen voor veilig, efficiënt en punctueel treinverkeer, met inbegrip van het opheffen van ontregelingen.