Betekenis van:
puzzel

puzzel (de ~ | meervoud puzzels)
Zelfstandig naamwoord
  • raadsel, moeilijke opgave enz., die men als tijdverdrijf probeert op te lossen
"een puzzel maken/oplossen"
"een puzzel leggen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

puzzel
Zelfstandig naamwoord
  • een raadsel of moeilijke opgave die men als tijdverdrijf probeert op te lossen
"Hij heeft al veertien puzzels gemaakt uit dat puzzelboekje."
puzzel (de ~ | meervoud puzzels)
Zelfstandig naamwoord
  • duistere zaak; complex probleem
"de puzzel oplossen"
"de stukjes van de puzzel"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Met een beetje meer geduld zou je deze puzzel opgelost kunnen hebben.
  2. Aangezien de kubussen gemanipuleerd moet worden om de correcte illustraties te verkrijgen, wordt het product beschouwd als een puzzel