Betekenis van:
rangschikken
rangschikken
Werkwoord
- een bepaalde volgorde in iets aanbrengen
"De postzegelverzamelaar rangschikte zijn nieuwe aanwinsten naar jaar van uitgifte."
rangschikken
Werkwoord
- orde brengen in; een ordening aanbrengen; structuur aanbrengen; ordenen
"iets rangschikken onder een bepaalde soort"
"iemand rangschikken onder de harde werkers"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ter wille van de duidelijkheid lijkt het zinvol de lidstaten in de lijst te rangschikken volgens de ISO-landencode.
- Beide lidstaten rangschikken alle slachthuizen overeenkomstig het aantal mestvarkens die zij in het voorgaande jaar hebben geslacht.
- Bovendien bevatte de aankondiging inzake de privatisering die op 18/21 mei 2007 is gepubliceerd geen dwingende voorwaarden, doch slechts beoordelingscriteria om de verschillende biedingen te kunnen rangschikken.
- Alle agrolevensmiddelenbedrijven rangschikken volgens op het EU-acquis gebaseerde categorieën en een nationaal programma voorbereiden voor de aanpassing van deze bedrijven.