Betekenis van:
rechts

rechts
Bijvoeglijk naamwoord
  • politiek conservatief
"een rechtse partij/politiek/politicus/regering/groepering/coalitie"
"een ruk naar rechts"

Hyperoniemen

rechts
Bijvoeglijk naamwoord
  • ter rechterzijde
"links en rechts"
"(van links) naar rechts"
rechts
Bijvoeglijk naamwoord
  • tegenovergestelde van links
"In Nederland moet je rechts rijden."
rechts
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich van de rechterhand beter kunnende bedienen dan van de linker
"rechts schrijven"

Synoniemen

rechts (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • groep personen of een of meer partijen die politiek behoudend zijn
"naar rechts"
"van rechts komen"

Hyperoniemen

rechts (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • aanhanger van een conservatieve partij
"zij hadden de steun van rechts"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Rechts houden.
  2. De bibliotheek is naar rechts.
  3. Draai naar rechts aan de volgende hoek.
  4. In de meeste europese landen moeten auto's rechts rijden.
  5. R = rechts.
  6. R rechts
  7. rechts links
  8. rechts beperkt
  9. rechts van
  10. Lidstaten met rechts wegverkeer
  11. Koplichten voor rechts verkeer
  12. di (links en rechts)
  13. axiaal naar links of rechts.
  14. Gebouwen voor rechts- of ordehandhaving
  15. A Koplamp voor rechts verkeer