Betekenis van:
rein

rein
Bijvoeglijk naamwoord
  • onvermengd
"rein goud"

Synoniemen

rein
Bijvoeglijk naamwoord
  • vrij van vuil of ongerechtigheden
"reine dieren"
"je reinste onzin"

Synoniemen

rein
Bijvoeglijk naamwoord
  • vol deugd, braaf
"met iets/iemand/zichzelf in het reine (proberen te) komen"
"iets in het reine brengen"

Synoniemen

rein
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder vuil

Voorbeeldzinnen

  1. De hand van Jan is rein.
  2. Kweek vermoedelijke R. solanacearum-kolonies rein na uitstrijken of uitplaten van verdunningen op een algemeen medium om geïsoleerde kolonies te krijgen (aanhangsel 2).