Betekenis van:
representatief
representatief
Bijvoeglijk naamwoord
- een goede indruk makend
"Hij had een representatief uiterlijk."
representatief
Bijvoeglijk naamwoord
- met bepaalde kenmerken een groep of geheel vertegenwoordigend
"Dat vonden we toch wel een representatieve steekproef."
representatief
Bijvoeglijk naamwoord
- kenmerkend; typerend; niet algemeen; karakteristiek; kenmerkend; vreemd; typerend
"representatief voor [dit type]"
"een representatief beeld"
Synoniemen
- karakteristiek
- gezichtsbepalend
- idiosyncratisch
- kenmerkend
- kenschetsend
- specifiek
- tekenend
- typerend
- typisch
- symptomatisch
- karaktervol
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Representatief gewicht [1]
- Bijgevolg is de steekproef duidelijk representatief.
- De volgende markten worden als representatief beschouwd:
- Het laboratorium moet een representatief monster toegestuurd krijgen.
- Foto(’s) en/of tekening(en) van een representatief voertuig: …
- Het opgegeven aantal werknemers moet representatief zijn voor de referentieperiode.
- Daarom zijn de resultaten van één jaar niet noodzakelijk representatief.
- De bemonstering moet representatief zijn voor de hele schapenpopulatie.”.
- Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig:
- Om praktische redenen kan een representatief deelperceel worden gebruikt.
- Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig:
- De ingezamelde druiven moeten representatief zijn voor het hele perceel.
- De bemonstering moet representatief zijn voor de hele schapenpopulatie.
- Uit het onderzoek bleek dat de binnenlandse verkoop representatief was.
- de monsters, die representatief zijn voor de betrokken productie.