Betekenis van:
ringen
ringen
Werkwoord
- dieren, veelal vogels voorzien van een genummerde band om poot of hals ter identificatie en/of onderzoek naar verspreiding en trekgedrag
"Als we deze vogels hebben geringd gaan we naar huis."
ring (de ~ | meervoud ringen)
Zelfstandig naamwoord
- cirkelvormige weg om een stad
"de ring rond [Antwerpen/Brussel]"
"op de ring"
Hyperoniemen
Hyponiemen
ring (de ~ | meervoud ringen)
Zelfstandig naamwoord
- cirkelvormig ding
"een ring(etje) in je oor"
"er uitzien om door een ringetje te halen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
ring (de ~ | meervoud ringen)
Zelfstandig naamwoord
- arena
"in de ring verschijnen/stappen"
"in de ring"
Hyperoniemen
ring (de ~ | meervoud ringen)
Zelfstandig naamwoord
- sieraad voor om een vinger
"een ring dragen"
"een ring om/aan je vinger"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Ze draagt ringen aan haar oren.
- Ringen (gymnastiek)
- Elastische ringen
- Reparatieklemmen en -ringen
- niet-magnetische ringen
- ringen en spinoogjes (travellers)
- spillen, spilvleugels, ringen en spinoogjes (travellers)
- Touwen of ringen of klimtoestellen (gymnastiek)
- Ringen, zegels, band, stokken en voegspeciepakkers
- Destillaten (kool-aardolie), gecondenseerde ringen-aromatisch; destillaten
- Spillen, spilvleugels, ringen en spinoogjes (travellers)
- kegellagers, samenstellingen van conische ringen en conische rollen daaronder begrepen
- Lood als coating voor C-ringen van thermische geleidingsmodules
- Lood als coating voor C-ringen van thermischegeleidingsmodules (TCM).
- Residuen (aardolie), verkookser-gasreiniger, bevat aromaten met gecondenseerde ringen; stookolie