Betekenis van:
rivier

rivier (de ~ | meervoud rivieren)
Zelfstandig naamwoord
  • natuurlijke waterstroom tussen twee oevers
"een rivier van tranen"
"een rivier bevaren/oversteken"

Hyperoniemen

rivier
Zelfstandig naamwoord
  • een natuurlijke waterstroom

Voorbeeldzinnen

  1. Is dit een rivier?
  2. Deze rivier gaat overstromen.
  3. Ik dook in de rivier.
  4. Hij zat bij de rivier.
  5. Ik dook in de rivier.
  6. Hoe breed is deze rivier?
  7. We liepen langs de rivier.
  8. Ik kan de rivier overzwemmen.
  9. De weg loopt parallel aan de rivier.
  10. Hij ging vissen in de rivier.
  11. Ik zou graag in deze rivier zwemmen.
  12. Laten we in de rivier zwemmen.
  13. Gisteren ging ik in de rivier zwemmen.
  14. De weg loopt parallel aan de rivier.
  15. Wat is de naam van deze rivier?