Betekenis van:
rivier
rivier (de ~ | meervoud rivieren)
Zelfstandig naamwoord
- natuurlijke waterstroom tussen twee oevers
"een rivier van tranen"
"een rivier bevaren/oversteken"
Hyperoniemen
rivier
Zelfstandig naamwoord
- een natuurlijke waterstroom
Voorbeeldzinnen
- Is dit een rivier?
- Deze rivier gaat overstromen.
- Ik dook in de rivier.
- Hij zat bij de rivier.
- Ik dook in de rivier.
- Hoe breed is deze rivier?
- We liepen langs de rivier.
- Ik kan de rivier overzwemmen.
- De weg loopt parallel aan de rivier.
- Hij ging vissen in de rivier.
- Ik zou graag in deze rivier zwemmen.
- Laten we in de rivier zwemmen.
- Gisteren ging ik in de rivier zwemmen.
- De weg loopt parallel aan de rivier.
- Wat is de naam van deze rivier?