Betekenis van:
roepen

roepen
Werkwoord
  • met verheffing van stem de aandacht van iemand trachten te verkrijgen
""Weg met de dictator!" werd er geroepen door de demonstranten."
roepen
Werkwoord
  • ontbieden
"een dokter roepen"
"de plicht roept (mij)"

Hyperoniemen

Hyponiemen

roepen
Werkwoord
  • dringend vragen om
"je moeder roepen"
"iemand te hulp roepen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wanneer ze zwijgen, roepen ze
  2. Hoop is een zachte stem die "misschien" fluistert, als de hele wereld "nee!" lijkt te roepen.
  3. Oorspronkelijk af te roepen bedrag voor 2009
  4. De medevoorzitters roepen de vergaderingen van de Gemengde Commissie bijeen.
  5. De grote inconsistenties in het herstructureringsplan roepen aanzienlijke twijfels op omtrent de levensvatbaarheid en effectiviteit.
  6. Het kan met toestemming van het Agentschap diensten van deze aard in het leven roepen.
  7. Nog ongewisse, mogelijk af te roepen bedragen, afhankelijk van unaniem besluit raad van bestuur
  8. De voorzitter kan subgroepen in het leven roepen voor de behandeling van bijzondere vraagstukken.
  9. De tuchtraad hoort tevens alle personen waarvan hij het dienstig acht om ze op te roepen.
  10. INFARMED heeft de Portugese distributeur Prestifarma Lda. ook verplicht het product namens MBS terug te roepen.
  11. waar nodig, eventueel voor bepaalde duur, adviesgroepen in het leven te roepen;
  12. Tenzij een der partijen bezwaar maakt, kan het arbitragepanel besluiten geen hoorzitting bijeen te roepen.
  13. diensten die het mogelijk maken diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens op te roepen.
  14. Dit laat de mogelijkheid om de aanvrager op te roepen voor een persoonlijk gesprek onverlet.
  15. Het kan daartoe een werkgroep in het leven roepen, waarin elke lidstaat een deskundige kan benoemen.