Betekenis van:
roof

roof (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het (be)roven
"op roof uitgaan"

Hyperoniemen

Hyponiemen

roof
Zelfstandig naamwoord
  • het openlijk en gewelddadig wegnemen van hetgeen een ander toebehoort
roof
Zelfstandig naamwoord
  • de korst van een wond

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Mogelijke vernietiging, verlies, diefstal en roof
  2. Het risico van vernietiging, verlies, diefstal en roof van de verstrekte eurobankbiljetten en –muntstukken gaat over op de toekomstige NCB van het Eurosysteem zodra de eurobankbiljetten en –muntstukken de kluizen van de verstrekkende NCB van het Eurosysteem verlaten.
  3. In aanmerking komende tegenpartijen dragen het risico van vernietiging, verlies, diefstal en roof van de vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken zodra die bankbiljetten en muntstukken de kluizen van de toekomstige NCB van het Eurosysteem verlaten.
  4. Met name vereist een toekomstige NCB van het Eurosysteem dat in aanmerking komende tegenpartijen de vooraf verstrekte eurobankbiljetten en –muntstukken in hun kluizen gescheiden opslaan van andere eurobankbiljetten en –muntstukken, andere valuta’s of eigendommen, zulks op een veilige wijze ter vermijding van vernietiging, diefstal, roof of enige andere oorzaak van vroegtijdig in omloop brengen.
  5. Met name vereist de toekomstige NCB van het Eurosysteem dat in aanmerking komende tegenpartijen, met inbegrip van hun benoemde agenten, de vooraf verstrekte eurobankbiljetten en -muntstukken veilig opslaan in hun kluizen of in de kluizen van hun benoemde agenten, indien toepasselijk, gescheiden van andere eurobankbiljetten en -muntstukken, andere valuta’s of eigendommen, om vernietiging, diefstal, roof of enig andere oorzaak van vervroegd in omloop brengen te voorkomen.”.