Betekenis van:
rund

rund
Zelfstandig naamwoord
  • een holhoornig en herkauwend zoogdier dat vaak gehouden wordt voor zijn melk en vlees of als trekdier
"De runderen werden allemaal tegelijk gevoed."
rund (het ~ | meervoud runderen)
Zelfstandig naamwoord
  • herkauwend zoogdier
"bloeden als een rund"

Hyperoniemen

Hyponiemen

rund
Zelfstandig naamwoord
  • een dom en onhandig iemand
"Je bent een rund als je met vuurwerk stunt!"

Voorbeeldzinnen

  1. Wat Jupiter mag, mag een rund nog niet", "Wat is toegestaan aan Jupiter, is nog niet toegestaan aan een rund
  2. hemoglobinen, rund
  3. Rund- en kalfsvleesbetalingen
  4. Rund- en kalfsvleesproducten
  5. Rund-, schapen- of geitenvet
  6. „stier”: een ongecastreerd mannelijk rund;
  7. „os”: een gecastreerd mannelijk rund;
  8. 900 EUR per gedood rund,
  9. Rund-, schapen- of geitenvet, ruw of gesmolten
  10. CPA 10.11.50: Rund-, schapen-, geiten- of varkensvet
  11. „kalf”: een rund van ten hoogste zes maanden;
  12. Rund, kalf, varken, eenhoevigen (equidae), schaap en geit:
  13. productieprognoses voor rund-, kalfs-, varkens-, schapen- en geitenvlees.
  14. voor rund- en kalfsvlees, gedurende om het even welk verkoopseizoen;
  15. in de twaalf maanden voor of na de geboorte van een ziek rund geboren zijn in het beslag waarin het zieke rund geboren is, en/of