Betekenis van:
saai

saai
Bijvoeglijk naamwoord
  • oninteressant, eentonig
"Het landschap waar hij doorheen reed was erg saai en bestond vooral uit eindeloze velden met maisplanten."
saai
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet interessant; heel saai; weinig afwisselend; saai; saai; oninteressant; vervelend; om je bij te vervelen
"een saai(e) boel/bedoening/boek/verhaal/leven"
"een saaie piet"

Synoniemen

saai
Bijvoeglijk naamwoord
  • vervelend.
saai (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • wollen stof; lichte wollen stof

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hoe saai.
  2. Symmetrie is saai.
  3. Thuis blijven is saai.
  4. Dit is zo saai.
  5. Ik vind films met weinig actie saai.
  6. Het is saai om thuis te blijven.
  7. Jij bent wel de laatste persoon op de wereld die ik gekloond zou willen zien, je bent alleen al saai genoeg.
  8. Meting van de lengte èn de diameter is zowel saai als tijdrovend, maar als alleen de vezels worden gemeten die een oneindig dunne lijn in een REM-gezichtsveld raken, is de waarschijnlijkheid dat een bepaalde vezel wordt geselecteerd evenredig met de lengte daarvan.