Betekenis van:
saai
saai
Bijvoeglijk naamwoord
- oninteressant, eentonig
"Het landschap waar hij doorheen reed was erg saai en bestond vooral uit eindeloze velden met maisplanten."
saai
Bijvoeglijk naamwoord
- vervelend.
Voorbeeldzinnen
- Hoe saai.
- Symmetrie is saai.
- Thuis blijven is saai.
- Dit is zo saai.
- Ik vind films met weinig actie saai.
- Het is saai om thuis te blijven.
- Jij bent wel de laatste persoon op de wereld die ik gekloond zou willen zien, je bent alleen al saai genoeg.
- Meting van de lengte èn de diameter is zowel saai als tijdrovend, maar als alleen de vezels worden gemeten die een oneindig dunne lijn in een REM-gezichtsveld raken, is de waarschijnlijkheid dat een bepaalde vezel wordt geselecteerd evenredig met de lengte daarvan.