Betekenis van:
samenhang
samenhang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- de omstandigheid dat of de wijze waarop verschillende zaken met elkaar in verband staan
"er is geen samenhang tussen het eerste en het tweede deel van het verhaal"
"in samenhang met iets"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Samenhang
- Samenhang
- samenhang;
- Algemene samenhang
- Samenhang en coördinatie
- Samenhang en complementariteit
- Samenhang, compatibiliteit en coördinatie
- Sociale samenhang en werkgelegenheid:
- Complementariteit, samenhang en conformiteit
- Samenhang en samenwerking
- Samenhang met andere werkzaamheden
- ECONOMISCHE EN SOCIALE SAMENHANG
- Complementariteit, samenhang en conformiteit
- Samenhang van het project
- Vergroot de samenhang van cosmetica.