Betekenis van:
sandaal
sandaal (de ~ | meervoud sandalen)
Zelfstandig naamwoord
- stuk schoeisel dat bestaat uit een zool met banden
"zij loopt het hele jaar door op sandalen"
"sandalen dragen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
sandaal
Zelfstandig naamwoord
- schoeisel dat bestaat uit een zool met banden
Voorbeeldzinnen
- Schoenmaker, niet boven het sandaal", "Schoenmaker, blijf bij je leest