Betekenis van:
schaar
schaar (de ~ | meervoud scharen)
Zelfstandig naamwoord
- grijporgaan v.e. dier
"de scharen van een krab"
Hyperoniemen
schaar
Zelfstandig naamwoord
- schaarbeweging
"Een schaar van Robben was genoeg om zijn tegenstander te passeren"
Synoniemen
Hyperoniemen
schaar
Zelfstandig naamwoord
- gereedschap waarbij een tweetal langs elkaar snijdende messen een rechte of strakke snede maakt
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Roestvast stalen schaar, mes en pincet
- Tijdens de verwerking van het karkas mogen de rug- en lendenwervels niet ernstig uiteengerukt worden; bij gebruik van de zaag of de schaar mag niet diep in de vastzittende spieren en pezen worden gesneden;