Betekenis van:
scheppen
scheppen
Werkwoord
- opvangen
"een emmertje water scheppen"
"zand uit een zandbak scheppen"
Hyperoniemen
scheppen
Werkwoord
- in het leven roepen
"een band scheppen"
"banen scheppen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
scheppen
Werkwoord
- het doen ontstaan uit niets
"In het begin schiep God de hemel en de aarde."
scheppen
Werkwoord
- op zijn weg tegenhouden, onderweg opvangen
"de bal met de hand scheppen"
Synoniemen
Hyperoniemen
schep (de ~ | meervoud scheppen)
Zelfstandig naamwoord
- gereedschap om mee te graven; gereedschap om mee te graven
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik heb niks om over op te scheppen.
- Het blijkt dat dit een zeer gunstige factor is voor ons project, dat juist als doel heeft in samenwerking een netwerk te scheppen van vertalingen in zoveel mogelijk talen.
- scheppen van nieuwe industriële activiteiten;
- Project 1 - Scheppen van opvangstructuur voor 1000 personen
- Aanpak van de werkloosheid en scheppen van werkgelegenheid.
- De investering zal naar verwachting 39 aanvullende banen scheppen.
- Het scheppen van meer en betere banen is het urgentste probleem dat moet worden aangepakt.
- Het project zal bijdragen tot het indirect scheppen van arbeidsplaatsen op de volgende economische gebieden:
- scheppen van mogelijkheden voor dialoog en gedachtewisselingen over jongerenbeleid en jongerenwerk.
- een subsidie voor het scheppen van werkgelegenheid van 54,08 miljoen PLN in nominale waarde;
- De werkgelegenheidsrichtsnoeren [60] voorzien in steun voor het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen.
- gelijke kansen voor alle deelnemers aan de interne luchtvaartmarkt te scheppen.
- De concurrent spreekt zijn twijfel uit over het scheppen van indirecte werkgelegenheid.
- Zij had de opdracht van algemeen nut om woonruimte te scheppen en in stand te houden.
- Macro-economisch beleid om de voorwaarden te scheppen voor meer groei en werkgelegenheid