Betekenis van:
scheut

scheut
Zelfstandig naamwoord
  • een nieuw groeisel aan een plant
"Er komen allemaal nieuwe scheuten aan wat ik dacht dat het een dode stam was."
scheut (de ~ | meervoud scheuten)
Zelfstandig naamwoord
  • korte hevige pijn die door een lichaamsdeel schijnt te schieten
"een scheut in de [rug]"
"een scheut krijgen/hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

scheut
Zelfstandig naamwoord
  • een niet al te goed afgemeten hoeveelheid vloeistof, meestal snel geschonken uit een fles of kan
"Doe er nog een scheutje jenever bij!"
scheut (de ~ | meervoud scheuten)
Zelfstandig naamwoord
  • nieuw uitgelopen twijg
"een nieuwe scheut"
"scheuten krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen