Betekenis van:
schijt

schijt
Zelfstandig naamwoord
  • vaste uitwerpselen
"Hij trapte in de schijt."
schijt (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • stoffen die via de darmen door mens of dier uitgescheiden worden
"aan de schijt zijn"
"ergens schijt aan hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen