Betekenis van:
schikking

schikking
Zelfstandig naamwoord
  • het schikken, aan een bepaalde orde onderwerpen bijvoorbeeld van bloemen
"Hebt u in uw schikking bloemen die schuin moeten staan, dan rusten zij tegen de zijkant."
schikking
Zelfstandig naamwoord
  • een regeling waarmee beide partijen genoegen nemen
"Dit is onderdeel van de schikking."
schikking (de ~ | meervoud schikkingen)
Zelfstandig naamwoord
  • overeenkomst waarbij van beide kanten wat wordt toegegeven
"de schikking van de meubels is nog niet helemaal naar mijn zin"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gerechtelijke schikking
  2. 23 Minnelijke schikking
  3. Beschikkend gedeelte van de beslissing/gerechtelijke schikking
  4. Aanvullende gegevens over de bij de schikking betrokken financiële instellingen
  5.  Een expeditie van de beslissing/gerechtelijke schikking/authentieke akte
  6. Op grond van de beslissing/gerechtelijke schikking moet
  7. „gerechtelijke schikking”, een schikking inzake onderhoudsverplichtingen die door een gerecht is goedgekeurd of tijdens een procedure voor een gerecht is getroffen;
  8. voldoen aan de vorderingen op de eigenaren volgens de schikking in de Refco-zaak;
  9. Het Bureau kan de partijen verzoeken tot een minnelijke schikking te komen.
  10. Protocol betreffende de Schikking van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (1989);
  11. het aangaan door de entiteit van een vrijwillig algemeen akkoord of schikking met haar schuldeisers;
  12. kredietovereenkomsten die het resultaat zijn van een schikking voor de rechter of een andere daartoe van overheidswege bevoegde instantie;
  13. „lidstaat van tenuitvoerlegging”, de lidstaat waar om tenuitvoerlegging van de beslissing, de gerechtelijke schikking of de authentieke akte wordt gevraagd;
  14. de algemene opstelling van de elektrische en/of elektronische onderdelen en de algemene schikking van de bedrading;
  15. Uitsluitend af te geven indien de beslissing of de gerechtelijke schikking uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst