Betekenis van:
schipper
schipper (de ~ | meervoud schippers)
Zelfstandig naamwoord
- leidinggevende op een schip; vrouw v.e. schipper
"de schipper van de Zeekameel"
"schipper naast God zijn"
Synoniemen
Hyperoniemen
schipper
Zelfstandig naamwoord
- iemand die de verantwoordelijkheid heeft voor de besturing van een schip
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De schipper vertelt over de winden, de boer over de stieren
- Scheepswerf Schipper