Betekenis van:
scholen
scholen
Werkwoord
- aan een opleiding onderwerpen
"Zij schoolden een aantal van hun werknemers in deze nieuwe techniek."
scholen
Werkwoord
- een vak leren; opleiden
"zich scholen in een vak"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
school (de ~ | meervoud scholen)
Zelfstandig naamwoord
- inrichting waar onderwijs gegeven wordt
"de school duurt tot 12 uur"
"naar school gaan"
Hyperoniemen
Hyponiemen
school (de ~ | meervoud scholen)
Zelfstandig naamwoord
- richting in kunst of wetenschap
"de Haagse school"
"de Haagse School"
Hyperoniemen
school (de ~ | meervoud scholen)
Zelfstandig naamwoord
- groep vissen
"een school [haring]"
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- In Europa beginnen de scholen in september.
- Je kan niet alles van de scholen verwachten.
- Televisie kan een belangrijke cultuurbron zijn en haar schooluitzendingen staan in veel scholen hoog aangeschreven.
- Gesubsidieerde scholen
- Lesgevers en scholen.
- Catering voor scholen
- scholen, ziekenhuizen, instellingen
- Schoonmaken van scholen
- Scholen/openbaar bestuur
- acties in scholen,
- Instellingen (restaurants, ziekenhuizen, scholen, enz.)
- Publieke scholen voor basis- en voortgezet onderwijs
- met behulp van FAD's vist op scholen.
- Reinigingsdiensten van kantoren, scholen en kantoorapparatuur
- scholen, als gespecificeerd door de lidstaten;