Betekenis van:
schoonmaakbeurt
schoonmaakbeurt (de ~ | meervoud schoonmaakbeurten)
Zelfstandig naamwoord
- keer dat iets of iem. schoongemaakt wordt
"een schoonmaakbeurt krijgen"
"een flinke/grote schoonmaakbeurt"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Dosering(i) = dosering van ingrediënt i, in g/schoonmaakbeurt of soms in g/100 g product,