Betekenis van:
schout

schout
Zelfstandig naamwoord
  • het hoofd van het dorpsbestuur van een schoutambt vanaf de hoge middeleeuwen
schout (de ~ | meervoud schouten)
Zelfstandig naamwoord
  • voormalig rechterlijk en bestuursambtenaar op het platte land

Synoniemen

Hyperoniemen

schout
Zelfstandig naamwoord
  • voorzitter van het dijkbestuur, van een polder- of waterschapsbestuur

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Schout-bij-Nacht Nyan Tun
  2. Echtgenote van schout-bij-nacht Soe Thein
  3. Schout-bij-nacht Hans-Jochen WITTHAUER wordt benoemd tot commandant van de EU-strijdkrachten voor de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina.
  4. De operationeel commandant van de Europese Unie heeft aanbevolen schout-bij-nacht Hans-Jochen WITTHAUER te benoemen tot de nieuwe commandant van de EU-strijdkrachten voor de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina.