Betekenis van:
schrijn
schrijn
Zelfstandig naamwoord
- fraai bewerkt kistje voor kostbaarheden
"Relikwieën worden veelal in schrijnen bewaard."
schrijn (de/het ~ | meervoud schrijnen)
Zelfstandig naamwoord
- mooi kistje voor iets kostbaars
"een glazen schrijn in de kunstkamer van een museum"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout
- Vervaardiging van ander schrijn- en timmerwerk
- schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout
- Ander schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken
- Ander schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken
- NACE 20.30: Vervaardiging van schrijn- en timmerwerk
- CPA 16.23.19: Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout, n.e.g.
- NACE 16.23: Vervaardiging van ander schrijn- en timmerwerk
- Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout– ktrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleinden
- Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, daaronder begrepen panelen met cellenstructuur, ineengezette panelen voor vloerbedekking en dakspanen („shingles” en „shakes”), van hout