Betekenis van:
schuldeiser
schuldeiser
Zelfstandig naamwoord
- iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
"Hij komt maar niet van z'n schuldeisers af."
schuldeiser (de ~ | meervoud schuldeisers)
Zelfstandig naamwoord
- schuldvorderaar; iemand die geld v.e. ander krijgt; schuldeiser
"gelijke schuldeisers"
"preferente schuldeisers"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Publiekrechtelijke schuldeiser
- Beginsel van de particuliere schuldeiser [6]
- Volgens dit beginsel moet de openbare schuldeiser worden vergeleken met een zich in dezelfde situatie bevindende particuliere schuldeiser of hypothetische particuliere schuldeiser.
- Toepassing van het beginsel van de particuliere schuldeiser
- Zo werd EF dus de grootste schuldeiser van TB.
- het bestaan van de rechten van de schuldeiser verifieert;
- Het tarief van de vertragingsrente dat door de publieke schuldeiser wordt toegepast moet gelijk zijn aan het tarief dat een particuliere schuldeiser onder soortgelijke omstandigheden zou toepassen [55].
- Geen enkele normale investeerder/schuldeiser zou op deze wijze zijn opgetreden, tenzij hij eventueel reeds schuldeiser of aandeelhouder van Alstom was.
- Aangezien er voor elke openbare schuldeiser een vergelijkbare particuliere schuldeiser voorhanden was, hoefde geen vergelijking te worden gemaakt met hypothetische particuliere schuldeisers.
- Er zou dus geen enkel voordeel uit voortvloeien voor de schuldeiser.
- Voor een schuldeiser had het prudentieel niet-erkende vermogen niet de waarde van aansprakelijk vermogen.
- Ook het ontbreken van een geactualiseerd herstructureringsplan maakt een beoordeling van een hypothetische particuliere schuldeiser onmogelijk.
- In het onderzoek werd geconcludeerd dat elke schuldeiser het meeste baat had bij een verkoopscenario.
- Dat betekent dat de staat voor de terugvordering van de schuld de preferentiële schuldeiser is.
- Had een belangrijke schuldeiser niet meegewerkt, dan zouden de regelingen als geheel niet kunnen functioneren.