Betekenis van:
schuldeiser

schuldeiser
Zelfstandig naamwoord
  • iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
"Hij komt maar niet van z'n schuldeisers af."
schuldeiser (de ~ | meervoud schuldeisers)
Zelfstandig naamwoord
  • schuldvorderaar; iemand die geld v.e. ander krijgt; schuldeiser
"gelijke schuldeisers"
"preferente schuldeisers"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Publiekrechtelijke schuldeiser
  2. Beginsel van de particuliere schuldeiser [6]
  3. Volgens dit beginsel moet de openbare schuldeiser worden vergeleken met een zich in dezelfde situatie bevindende particuliere schuldeiser of hypothetische particuliere schuldeiser.
  4. Toepassing van het beginsel van de particuliere schuldeiser
  5. Zo werd EF dus de grootste schuldeiser van TB.
  6. het bestaan van de rechten van de schuldeiser verifieert;
  7. Het tarief van de vertragingsrente dat door de publieke schuldeiser wordt toegepast moet gelijk zijn aan het tarief dat een particuliere schuldeiser onder soortgelijke omstandigheden zou toepassen [55].
  8. Geen enkele normale investeerder/schuldeiser zou op deze wijze zijn opgetreden, tenzij hij eventueel reeds schuldeiser of aandeelhouder van Alstom was.
  9. Aangezien er voor elke openbare schuldeiser een vergelijkbare particuliere schuldeiser voorhanden was, hoefde geen vergelijking te worden gemaakt met hypothetische particuliere schuldeisers.
  10. Er zou dus geen enkel voordeel uit voortvloeien voor de schuldeiser.
  11. Voor een schuldeiser had het prudentieel niet-erkende vermogen niet de waarde van aansprakelijk vermogen.
  12. Ook het ontbreken van een geactualiseerd herstructureringsplan maakt een beoordeling van een hypothetische particuliere schuldeiser onmogelijk.
  13. In het onderzoek werd geconcludeerd dat elke schuldeiser het meeste baat had bij een verkoopscenario.
  14. Dat betekent dat de staat voor de terugvordering van de schuld de preferentiële schuldeiser is.
  15. Had een belangrijke schuldeiser niet meegewerkt, dan zouden de regelingen als geheel niet kunnen functioneren.