Betekenis van:
schuldenaar
schuldenaar (de ~ | meervoud schuldenaren)
Zelfstandig naamwoord
- persoon die schuld heeft; iemand die een ander geld schuldig is; iemand die iets te leent geeft
"gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
schuldenaar
Zelfstandig naamwoord
- iemand die iets (meestal geld) aan iemand anders verschuldigd is
Voorbeeldzinnen
- „schuldenaar”:
- de schuldenaar;
- Identificatie van de schuldenaar
- Hoofdschuldenaar of hoofdelijk aansprakelijke schuldenaar …
- De schuldenaar is de aangever.
- vast te stellen wie de schuldenaar is;
- c de schuldenaar/medeschuldenaar insolvabel is.
- Actie ten aanzien van de schuldenaar
- vast te stellen wie de schuldenaar is,
- te bepalen wie de schuldenaar is.
- e de schuldenaar/medeschuldenaar failliet is/invordering niet mogelijk is.
- i De schuldenaar is overleden op JJJJ/MM/DD
- aanzienlijke financiële problemen van de emittent of schuldenaar;
- Bij indirecte vertegenwoordiging is de persoon in wiens naam de aangifte wordt gedaan eveneens schuldenaar.
- De garantie houdt dus nauw verband met de publiekrechtelijke status van de schuldenaar.