Betekenis van:
schutter

schutter (de ~ | meervoud schutters)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die deel uitmaakte van een schutterij
"een rare schutter"

Hyperoniemen

Hyponiemen

schutter (de ~ | meervoud schutters)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die een schot lost
"de politie is nog op zoek naar de schutter"
"een team met een paar goede schutters"

Hyperoniemen

Hyponiemen

schutter
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die een schiettuig bedient
"Er klonk een schot, maar waar de schutter zich bevond was niet duidelijk."
schutter
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die de bal tracht in het doel te doen belanden, veelal van enige afstand
"Hij stond bekend als een uitstekend schutter."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wat een goede schutter!
  2. Alleen te gebruiken door ervaren schutter in veldomstandigheden.
  3. Alleen te gebruiken door ervaren schutter in veldomstandigheden wanneer andere methoden niet mogelijk zijn.