Betekenis van:
scrotum
scrotum (het ~ | meervoud scrotums, scrota)
Zelfstandig naamwoord
- scrotum; balzak; huidplooi waarin de teelballen zitten
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Uitsnijden en uitbenen: Lossnijden van de platte bil en de schenkel langs de natuurlijke naad en losmaken van het dijbeen; het staartbeen verwijderen. Opmaak: Zakeind met zenen en scrotum verwijderen.