Betekenis van:
seizoenaanbieding
seizoenaanbieding
Zelfstandig naamwoord
- tijdelijk goedkoper artikel; zeer voordelige aanbieding; onverwachte meevaller; iets goedkoops (m.n. auto's)
Synoniemen
- aanbieding
- gelegenheidsaanbieding
- gelegenheidskoopje
- gunstkoopje
- koopje
- meenemer
- meenemertje
- reclame-aanbieding
- voordeelaanbieding
- opsteker
- occasion