Betekenis van:
sjaal
sjaal (de ~ | meervoud sjaals)
Zelfstandig naamwoord
- doek voor om de hals; doek voor om de hals
"een zijden sjaal"
"een sjaal omslaan/omdoen"
Synoniemen
Hyperoniemen
sjaal
Zelfstandig naamwoord
- een langwerpige lap stof die om de hals gedragen wordt
Voorbeeldzinnen
- Dat meisje die een sjaal draag is maagd.
- Voor Dan heb ik een stropdas gekocht, voor Elena koop ik een sjaal.
- Op het labeltje aan mijn sjaal staat: "Binnenstebuiten wassen en strijken." Ik vraag me af hoe ik dat moet doen.
- Ik heb mijn oranje sjaal en witte schort zeer helder gemaakt, zodat het mensen gelijk zou opvallen.