Betekenis van:
sleeën
sleeën
Werkwoord
- met een slee door de sneeuw glijden
"Ik neem een dag vrij om samen met mijn kinderen te gaan sleeën."
slee (de ~ | meervoud sleeën)
Zelfstandig naamwoord
- grote braadpan
Synoniemen
Hyperoniemen
slee (de ~ | meervoud sleeën)
Zelfstandig naamwoord
- zeer luxueuze personenauto