Betekenis van:
sleutelbeen

sleutelbeen (het ~ | meervoud sleutelbeenderen, sleutelbenen)
Zelfstandig naamwoord
  • lichaamsdeel bovenaan in de romp
"een sleutelbeen breken"

Synoniemen

Hyperoniemen

sleutelbeen
Zelfstandig naamwoord
  • het bot dat het borstbeen met de schouder verbindt
"Bij die lelijke val brak hij een sleutelbeen."

Voorbeeldzinnen

  1. De vis kan nog grondiger worden schoongemaakt door aanvullende taken uit te voeren, zoals het verwijderen van rugvinnen, sleutelbeen, zijgraat, buikvinnen en huid.