Betekenis van:
sloffen

sloffen
Werkwoord
  • slepend lopen; slepend lopen; moeilijk lopen
"naar de televisie sloffen"
"je moet niet zo sloffen, daar slijten je schoenen van"

Synoniemen

Hyperoniemen

sloffen
Werkwoord
  • zodanig lopen dat de zool over de grond schuift
sloffen
Werkwoord
  • geluk hebben
slof (de ~ | meervoud sloffen)
Zelfstandig naamwoord
  • spanner v.e. strijkstok

Hyperoniemen

slof (de ~ | meervoud sloffen)
Zelfstandig naamwoord
  • schoeisel voor in huis; schoeisel zonder hiel
"(iets) op zijn sloffen (kunnen halen)"
"uit je slof schieten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

slof (de ~ | meervoud sloffen)
Zelfstandig naamwoord
  • pak met pakjes sigaretten
"een slof sigaretten"

Hyperoniemen

Werkwoord