Betekenis van:
smeris
smeris
Zelfstandig naamwoord
- politieagent
"Hou je stil, dadelijk krijgen we de smerissen op ons dak!"
smeris (de ~ | meervoud smerissen)
Zelfstandig naamwoord
- ambtenaar van de politie
"op smeris staan"
Synoniemen
- politieagent
- agent
- bout
- diender
- flic
- gerechtsdienaar
- glimmerik
- juut
- klabak
- politie
- politieambtenaar
- politiebeambte
- rakker
- sjouter
- tuut
- wout
- flik
- pandoer