Betekenis van:
snik
snik (de ~ | meervoud snikken)
Zelfstandig naamwoord
- hijgende ademtocht
"de laatste snik geven"
"tot aan zijn laatste snik"
Hyperoniemen
snik (de ~ | meervoud snikken)
Zelfstandig naamwoord
- schokkende beweging bij het huilen
"in snikken uitbarsten"
Hyperoniemen
snik
Zelfstandig naamwoord
- een geluid dat men voortbrengt bij verdriet of pijn
"Hij verried zijn verdriet met een enkele snik."
snik
Bijvoeglijk naamwoord
- ''niet goed ~ zijn'' waanzinnig zijn
"Ik zie je toch dat die niet goed snik was?"