Betekenis van:
sok
sok (de ~ | meervoud sokken)
Zelfstandig naamwoord
- kleding voor de voet tot boven de enkel
"wollen sokken"
"je sokken aantrekken"
Hyperoniemen
sok (de ~ | meervoud sokken)
Zelfstandig naamwoord
- onderste deel v.d. poot v.e. viervoeter
"een paard met witte sokken"
"een halve sok"
Hyperoniemen
sok (de ~ | meervoud sokken)
Zelfstandig naamwoord
- metalen verbindingsstuk met schroefdraad
Hyperoniemen
sok
Zelfstandig naamwoord
- kous die tot net boven de enkel komt
sok
Zelfstandig naamwoord
- bepaald voorbehoedsmiddel; voorbehoedmiddel; voorbehoedmiddel, rekbare huls van dun rubber of kunststof dat over het mannelijk geslachtsorgaan geschoven kan worden; (informeel) condoom
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Hwang Sok-hwa.