Betekenis van:
solide
solide
Bijvoeglijk naamwoord
- (van personen) te vertrouwen, zo dat men zich erop kan verlaten
"een solide basis / verdediging"
Synoniemen
Hyperoniemen
solide
Bijvoeglijk naamwoord
- economisch sterk genoeg om een krediet te krijgen
"een solide basis/investering/belegging/dekking/verdediging"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- solide blijkt in een ongunstige omgeving;
- Potentiële ECF-beheerders dienen een solide ondernemingsplan in met daarin:
- De financiële positie van de onderneming was steeds solide.
- Alle ECF-investeringen worden gedaan op basis van solide ondernemingsplannen.
- Voorts is het onduidelijk of de bank eigenlijk wel op een solide klantenbasis kan steunen.
- een solide ervaring hebben op het gebied van visserijcontrole en -inspectie;
- De Griekse banken lijken vrij solide te zijn wat winstgevendheid en kapitaaltoereikendheid betreft.
- De nationale controleplannen moeten ook een solide basis bieden voor de communautaire controles in de lidstaten.
- De Commissie concludeert dan ook dat het herstructureringsplan van 2006 niet solide genoeg is [66].
- Een solide structuur voor bosbouwbeheer ontwikkelen, met name voor de bestrijding van illegale houtkap en bosbranden.
- Aannames inzake correlatie worden onderbouwd met analyses van objectieve gegevens in een conceptueel solide kader.
- De LBBW zal een omzichtige, solide en op het duurzaamheidsbeginsel georiënteerde bedrijfspolitiek voeren.
- Zuid-Afrika heeft echter, na solide garanties te hebben voorgelegd, de gegevens betreffende vrij en gekweekt wild, inclusief struisvogels, gehandhaafd.
- Op alle beleidsterreinen werd solide vooruitgang geboekt, in het bijzonder op micro-economisch vlak en inzake het werkgelegenheidsbeleid.
- Een solide CCR-managementkader omvat de vaststelling, de meting, het beheer, de goedkeuring en de interne rapportage van het CCR.