Betekenis van:
som

som (de ~ | meervoud sommen)
Zelfstandig naamwoord
  • wiskundig vraagstuk; wiskundige vraagstuk
"de proef op de som nemen"
"sommen maken"

Synoniemen

Hyperoniemen

som
Zelfstandig naamwoord
  • resultaat van een optelling
"Wat is de som van vijf en drie?"
som
Zelfstandig naamwoord
  • rekenkundige opgave (vooral in het basisonderwijs)
"Ga je vandaag je sommen nog maken?"
som
Zelfstandig naamwoord
  • hoeveelheid geld, geldbedrag
"Vijfhonderdduizend euro is een behoorlijke som."
som
Zelfstandig naamwoord
  • munteenheid van Kirgizië
"Heb jij nog enige soms over?"

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Het plan vereist een grote som geld.
  2. Het geheel is meer dan de som der delen.
  3. Tatoeba: Omdat taal meer is dan een som van woorden.
  4. De som van de kwadraten van de rechthoekszijden is gelijk aan het kwadraat van de hypotenusa.
  5. Het geld dat Chris nog niet heeft terugbetaald hoopt op tot een grote som.
  6. som
  7. Abamectine (som)
  8. Spinosad (som)
  9. Fenthion (som)
  10. (som uitgedrukt als CS2)
  11. Som van alle isomeren
  12. (som uitgedrukt als methomyl)
  13. (som uitgedrukt als dimethoaat)
  14. de som van … betalen
  15. (som van isomeren)